Vertalingen march off EN>NL
| to march off | afmarcheren (ww.) ; laten inrukken (ww.) |
| march off | aftrekken ; sterven ; vergaan ; verscheiden |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `march off`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: departure